Gebruikswaarden

Direct gebruik

Deze groep wordt gekenmerkt door de directe interactie met de dienst of het materiaal uit het ecosysteem. Deze gebruiken kunnen enerzijds consumptief zijn, bv. in een bos kan dit brandhout, water, vlees afkomstig van jacht, of elk ander materiaal zijn afkomstig uit het bos, dat je een direct voordeel biedt (consumeerbare diensten).
Anderzijds zijn er de niet-consumptieve gebruiken. Dit kunnen activiteiten zijn zoals wandelen, vissen, genieten van een uitzicht of zwemmen in een rivier door het bos. Dit zijn ook directe gebruiken maar ze zijn niet-consumeerbaar.
De economische waarde van deze directe gebruiken wordt bepaald op basis van onze ‘willingness to pay’/betalingsbereidheid voor het gebruik van deze dienst of dit materiaal. De vraag die we ons dus lenstellen is: hoeveel ben je bereid te betalen om gebruik te kunnen maken van deze diensten?

Indirect gebruik

Dit zijn de regulerende diensten die aangeboden worden door een plantensoort, diersoort of ecosysteem.

Bij indirect gebruik is het niet altijd geweten welke invloed bepaalde organismen kunnen hebben. Dit wordt duidelijk aan de hand van een casestudie uit India:

India is gekend voor zijn koeien op straat. Omwille van religieuze redenen, worden ze niet opgegeten en lopen ze vrij rond. Wanneer koeien sterven, blijven kadavers liggen en worden opgeruimd door de lokale gierenpopulatie. In de jaren 90 daalde de populatie gieren plotseling van enkele miljoenen naar enkele duizenden. De oorzaak was een anti-inflammatoir geneesmiddel dat toegediend werd aan vee. Voor de gieren, die het middel ook binnen kregen via de kadavers, bleek dit giftig waardoor ze massaal stierven. Hierdoor bleven de karkassen van dode koeien liggen en raakten watervoorraden vervuild. De plaats van de gieren in de lokale voedselpiramide werd ingenomen door zwerfhonden, ratten en andere dieren. Hun populaties groeiden exponentieel. Naast de overlast die deze dieren veroorzaakten dook er nog een probleem op. De meeste parasieten uit het vlees van de kadavers werden voordien gedood in het verteringsstelsel van de gieren. Dit bleek niet geval bij de honden en ratten die zich voeden met de kadavers. Als gevolg werden ze dragers van ziekten die ze overdroegen naar de mens doordat ze in nauwer contact samenleven. 
De gieren leverden dus een hygiënische dienst aan de mens door het opruimen van de karkassen. Dit voorbeeld toont aan dat er veel indirecte interacties zijn tussen de mens en zijn omgeving. Bovendien zijn deze indirecte interacties vaak onbekend en worden ze daarom niet geapprecieerd tot ze verdwijnen. 

Enkele voorbeelden ter verduidelijking:

Voorbeeld 1: het gebruik van water is een direct gebruik maar de waterrijke gebieden in de omgeving (bv. venen, natte graslanden, …) die verantwoordelijk zijn voor de waterkwaliteit, of, de bodem onder een bos die het water laat insijpelen waardoor watervoorraden op pijl blijven, zijn indirecte diensten die we gebruiken via het watergebruik. De betalingsbereidheid voor natuurlijke waterzuivering en -bevoorrading is dus rechtstreeks afhankelijk van de waarde die we hechten aan het water dat we gebruiken.


Voorbeeld 2: Indien de bevruchting van onze voedselgewassen niet afhankelijk was van bestuivende insecten zouden mensen veel minder belang hechten aan deze insectengroep ondanks dat deze insecten zelf niet veranderd zijn. De betalingsbereidheid voor de bevruchting is dus rechtstreeks afhankelijk van de waarde die we aan ons voedsel hechten.


Voorbeeld 3: een mangrovebos beschermt de kust tegen de impact van wind en water. Dit zorgt ervoor dat kuststeden beschermd worden en zo natuurschade vermeden wordt. De betalingsbereidheid voor het behoud van een mangrovebos is dus rechtstreeks afhankelijk van de waarde die we hechten aan de infrastructuur die zich in kustgebieden bevindt.


Voorbeeld 4: Ontspanning en het creëren van een aangenamere leefomgeving door zicht op groen.

Zoals deze voorbeelden zijn er ontelbaar veel diensten die geleverd worden door de natuur. Bomen creëren schaduw en helpen de temperatuur van het (micro)klimaat te reguleren door water op te nemen en vervolgens te verdampen met behulp van zonne-energie. Zowel planten als de bodem houden koolstof vast (koolstof-sequestratie) wat de opwarming van het klimaat verminderd. Bossen creëren habitats voor bestuivende insecten die een fundamentele rol spelen bij onze voedselproductie en bevatten medicinale planten waarop farmaceutische bedrijven zich baseren om krachtige medicijnen te ontwikkelen zoals bv. aspirine en morfine. Ze zijn een bron van genetische variatie voor onze landbouwgewassen. Verder zijn er nog veel meer ESD die gerelateerd kunnen worden aan biodiversiteit, nutriënten cycli, lucht- en waterkwaliteit, die hier niet aan bod komen.

Optie-waarde

deze ecosysteemwaardes zijn verbonden aan het belang dat mensen hechten aan de toekomstige beschikbaarheid van ESD omwille van de mogelijke potentiële baten die eraan gelinkt kunnen worden.
De optie-waarde bestaat in bepaalde economisch markten bv. er word je een huis aangeboden voor een bepaalde prijs. Je weet nog niet of je het al dan niet wil kopen en je sluit een overeenkomst met de eigenaar zodat je drie maanden bedenktijd krijgt waarin hij het niet aan derden zal verkopen. Deze optie is natuurlijk niet gratis. Terwijl je niet zeker bent dat je het huis gaat kopen, ben je wel zeker dat je voor deze optie wil betalen. Het is de waarde om zeker te zijn dat je iets hebt in de toekomst.
In de context van een bos kan dit de waarde van de optie zijn om het bos in de toekomst te kunnen gebruiken om te gaan wandelen, vissen en kamperen, maar ook om de geneeskundige eigenschappen van planten die nog niet ontdekt werden te behouden. Elke ecosysteem-waarde bezit dus ook een waarde voor de optie die je verzekert hiervan in de toekomst gebruik te kunnen maken. Er zal dus een bepaalde betalingsbereidheid zijn om deze opties te behouden, vooral als de aankomende verandering permanent van aard is.